Nog regelmatig horen we de bewering dat een hoge eiwitinname slecht is voor je nieren. Je nieren spelen een rol bij de afbraakproducten van eiwitten. De gedachte is dat een hoge eiwitinname je nieren te veel belasten waardoor ze zouden beschadigen. In deze blog leggen we uit wat er niet klopt aan deze gedachtegang.
De context
Sporters hebben doorgaans een hogere eiwitbehoefte doordat ze meer vragen van hun spiermassa, wat daarvan moet herstellen. Meer herstel betekent een hogere eiwitbehoefte en dus een hogere eiwit inname. Dat kan zowel via voeding als via suppletie gerealiseerd worden. Een tegengeluid voor het hanteren van een hogere eiwitinname is dat het negatieve gevolgen zou hebben voor je nieren. Wat in theorie een logische gedachtegang is.
Je nieren spelen een rol bij het verwerken van afbraakproducten van eiwitten. Eiwitten bevatten een stikstofgroep welke in bepaalde reacties losgekoppeld wordt. Hierdoor ontstaat ammoniak, wat een toxische stof is. De lever zet vervolgens ammoniak om naar ureum, een minder toxische stof. Ureum wordt vanuit de lever de bloedbaan ingebracht waarna de nieren het bloed filteren en ureum via de urine ons lijf verlaat.
Het is dus niet heel gek om te denken dat de bovenstaande cyclus intensiveert naarmate meer eiwitten genuttigd worden. De nieren moeten vervolgens harder aan de bak om alle ureum te verwerken. Daarnaast werd in het verleden geobserveerd dat de progressie van nierziekte afzwakt bij een lage eiwit inname. Hierdoor ontstond de gedachtegang dat een hoge eiwitinname negatieve gevolgen kan hebben voor de nieren. Inmiddels weten we echter dat voor gezonde personen een hoge eiwitinname geen probleem vormt.